Communicatie Verheldert

Het sportveld op

Mijn dochter bracht ik voor het eerst naar het hockeyveld, die kon je loslaten en die ging gewoon het hockeyveld op. Mijn zoon die vond het heel moeilijk om in zijn eentje te gaan en klampte zich aan mij vast, waarvan ik in het begin zei: kom op, niet zeuren, gewoon het veld op, naar je vriendjes en voetballen. Daardoor werd het alleen nog maar moeilijker. Tot ik op een gegeven moment terugreed in de auto en dacht: het ligt niet aan hem, het ligt aan mij. Ik moet me aanpassen aan hem. En dat heeft me ook veel geleerd. Want de keren daarna neem je hem mee en geef je hem de veiligheid en de rust om vervolgens wel te laten ontwikkelen dat hij wel uiteindelijk zelf het veld op kan. Dus ja, ik denk dat je veel meer naar jezelf moet kijken dan alles maar te willen en te eisen van je kinderen.

John van Lottum over hoe zijn kinderen het sportveld op gaan (letterlijke tekst) Bron: NPO Radio1, NOS Langs de lijn, 26-06-2022

De Kaasschaaf

We zaten samen aan tafel. Lekker druk, gezellig keuvelen, een ontspannen lunch. Terloops gaf zij mij de kaasschaaf aan. Ik zat op dat moment een beetje te dromen. De kaasschaaf nam ik gedachteloos aan. Maar ik deed er nog niets mee. Het aangeven van de kaasschaaf kan zoveel betekenen. Als het een kind was, had het kunnen betekenen: ‘Wil je kaas voor me snijden?’ Of: ‘Geef je deze door?’. Als ik de kaasschaaf kreeg bij het uitruimen van de vaatwasser: ‘Wil je deze in de la doen’, of: ‘Deze is niet schoon geworden’ of: ‘Deze mag niet in de vaatwasser, hij heeft een houten handvat’. Wat betekende het nu? Ik had net zelf de kaas gepakt. Mijn tafelgenoot had dat gezien, dacht dat ik de kaasschaaf nodig had. Zonder een woord te zeggen, kwamen we tot deze afstemming, zonder dat we het gesprek aan tafel hoefden te onderbreken. Hoe dat mogelijk was? Door de context te begrijpen, door onze non-verbale signalen die we afgaven, omdat we vertrouwd zijn met elkaar.

Bij de bloedbank

Ik zat bij de bloedbank. Ik had net bloed gedoneerd en zat met een kopje koffie in de hand wat aan te sterken aan een tafeltje. Er kwam een vrouw aanlopen vanuit de donatieruimte. Ze had een jas in de hand, blik ver weg. Ik deed een poging haar te groeten, maar ze liep strak langs me heen. De gastvrouw, die de koffie verzorgt en beetje kijkt of we niet al te wit wegtrekken, wilde ook iets zeggen, maar de vrouw stopte bij een haak, hing haar jas op en liep terug de donatieruimte in. Ik begreep de situatie niet, maar had wel de indruk dat ze op z’n minst een stuurs karakter heeft. Tien minuten later kwam dezelfde vrouw bij mij en de gastvrouw aan tafel zitten. Ze verklaarde haar gedrag van net: het is de eerste keer dat ze bij de bloedbank is, ze is erg gespannen, want ze is bang voor naalden. Dit verhelderde de boel compleet. Als deze vrouw bang is, verandert haar gedrag in doelgericht, sluit ze zich af voor de buitenwereld.
× Hoe kan ik u helpen?